Het pensioenakkoord

Na 10 jaar overleg tussen de politiek, werkgevers en vakbonden is onlangs een hele belangrijke stap gezet om het pensioenstelsel te veranderen. Alle partijen hebben hun steun gegeven aan de plannen die zijn opgenomen in het pensioenakkoord. De belangen zijn enorm en het raakt iedereen. Nog niet alle details zijn uitgewerkt maar de manier van pensioen opbouwen zal er straks voor velen heel anders uitzien. Daarbij zal niet meer de hoogte van het pensioen als uitgangspunt gelden maar de pensioenpremie.

Verreweg de meeste werknemers bouwen pensioen op bij een pensioenfonds. Daarbij geldt meestal als uitgangspunt dat er een ouderdomspensioen wordt toegezegd. De laatste jaren staat dit pensioen onder druk als gevolg van een te lage dekkingsgraad, wat betekent dat het pensioenfonds te weinig geld in kas heeft. Hierdoor worden pensioenen al jaren niet meer geïndexeerd en dreigen zelfs te moeten worden verlaagd. De zekerheid die men dacht te hebben blijkt dus niet meer houdbaar.

In het pensioenakkoord is daarom afgesproken dat niet meer de hoogte van het ouderdomspensioen het uitgangspunt zal zijn, maar de hoogte van de pensioenpremie. Met de premie-inleg wordt een vermogen gespaard dat mede afhankelijk is van beleggingen. Hierdoor zal onzekerder worden hoe hoog het pensioen wordt en door beleggingsresultaten kan de waarde dus jaarlijks hoger of lager worden.

Werknemers die pensioen opbouwen bij een verzekeraar hebben steeds vaker een ‘beschikbare premieregeling’. Ook hierbij geldt al als uitgangspunt dat er een pensioenpremie wordt toegezegd en is dus ook onzeker hoe hoog het pensioen straks zal zijn. Maar ook deze pensioenregelingen zullen moeten worden aangepast als de premie stijgt bij het ouder worden. In het pensioenakkoord is namelijk gekozen voor een gelijkblijvende premie die dus niet meer afhankelijk zal zijn van leeftijd. Voor deze regelingen is een overgangsfase afgesproken waarbij de stijgende premie behouden blijft zolang de werknemer in dienst is. Bij een nieuw dienstverband zal de premie echter altijd vlak zijn en dat kan vooral voor ouderen nadelig uitpakken.

Andere belangrijke afspraken die in het pensioenakkoord zijn gemaakt:

  • Minder snel laten stijgen van de AOW-leeftijd. Voor jongeren betekent dit een verlaging van de AOW-leeftijd die kan oplopen tot bijna 2 jaar.
  • Regeling voor zware beroepen waardoor het mogelijk wordt om tot 3 jaar voor de AOW-leeftijd te kunnen stoppen met werken. Deze regeling zal op sectorniveau in de CAO moeten worden vastgelegd.
  • Het wordt mogelijk om maximaal 10% van het pensioenvermogen op de pensioendatum ineens te laten uitkeren onder inhouding van belasting. Dit bedrag kan vrij besteed worden voor bijvoorbeeld aflossing van de hypotheek of aanschaf van een auto.

Als de Eerste en Tweede kamer tijdig akkoord gaan met het pensioenakkoord zal het nieuwe pensioenstelsel naar verwachting ingaan per 1 januari 2022, met een overgangsfase tot uiterlijk 1 januari 2026.

Het pensioenakkoord moet nog verder worden uitgewerkt waardoor in de loop van dit jaar er steeds meer details bekend zullen worden. Met onze nieuwsbrief zullen wij u daarover uiteraard op de hoogte houden.