Nabestaandenpensioen

In de meeste pensioenregelingen is een nabestaandenpensioen opgenomen. Dit wordt uitgekeerd aan de achterblijvende partner en/of kinderen in de vorm van een periodieke uitkering. Hiermee wordt het verlies aan inkomen van de overledene (deels) opgevangen. Er kan onderscheid worden gemaakt tussen het nabestaandenpensioen vóór- en ná pensioendatum.

De hoogte van het nabestaandenpensioen vóór de pensioendatum is gerelateerd aan het salaris en de totale diensttijd bij uw werkgever. De uitkering is gegarandeerd en verandert mee met het salaris.  Het nabestaandenpensioen ná de pensioendatum is vaak een afgeleide van het ouderdomspensioen en dat kan een heel andere (lees: lagere) uitkering zijn. 

Om in aanmerking te komen voor het partnerpensioen is het belangrijk om te weten wat de definitie is van een partner. Dit is opgenomen in het pensioenreglement. Vaak is vereist dat u getrouwd bent of een geregistreerd partnerschap bent aangegaan. Ook kan een samenlevingscontract voldoende zijn of een periode van bijvoorbeeld minimaal 6 maanden samenwonen. Dit kan per pensioenregeling verschillen waardoor er een kans bestaat dat partners niet allebei recht hebben op elkaars partnerpensioen. Dit probleem wordt erkend door diverse partijen en daarom is onlangs een voorstel gedaan om tot een uniform partnerbegrip te komen. 

Zolang u indienst bent is het nabestaandenpensioen verzekerd. In het verleden was het nabestaandenpensioen vaak verzekerd op ‘opbouwbasis’ waardoor dit deels behouden bleef bij uitdiensttreding. Tegenwoordig is het meestal verzekerd op ‘risicobasis’ waardoor het nabestaandenpensioen bij uitdiensttreding geheel vervalt. Verzekeraars bieden daarom vaak de mogelijkheid om een gedeelte van het ouderdomspensioen uit te ruilen ten behoeve van het nabestaandenpensioen, maar onze ervaring is dat hiervan geen gebruik wordt gemaakt. 

Als u indienst treedt bij een nieuwe werkgever zal het nabestaandenpensioen weer verzekerd worden maar dit zal lager zijn omdat het toekomstige aantal dienstjaren afneemt. Een gedeelte van het nabestaandenpensioen verdampt dus bij wijziging werkgever. Dit kan echter worden opgelost.

Het is wettelijk geregeld dat in het verleden opgebouwde pensioenaanspraken mogen worden overgedragen naar de pensioenregeling van uw nieuwe werkgever. Daarmee wordt niet alleen het ouderdomspensioen overgedragen maar ook het nabestaandenpensioen. De dienstjaren van uw vorige werkgever(s) worden opgeteld bij de toekomstige dienstjaren zodat verdamping van het nabestaandenpensioen wordt voorkomen. Bijkomend voordeel is dat het nabestaandenpensioen wordt aangepast bij wijziging van het salaris. Bij een salarisverlaging, bijvoorbeeld door minder werken, kan dit weer een nadeel zijn. 

Mocht het nabestaandenpensioen niet voldoende zijn, dan kan een oplossing in de privésfeer worden gezocht, bijvoorbeeld middels een overlijdensrisicoverzekering. Vaak is deze (verplicht) afgesloten bij het aangaan van een hypotheek, maar dit kan nog steeds niet voldoende zijn waardoor een aanvulling gewenst is. 

Laat u daarom goed informeren over de hoogte van het nabestaandenpensioen en wat de vereisten zijn om hiervoor in aanmerking te komen. Dat voorkomt teleurstellingen en financiële problemen.